Werken met Toverstapels.
In elk doosje zitten 13 kaarten met rekenopdrachten, bijvoorbeeld de tafels of sommen onder 20. Op de voorkant van elke kaart staat de visualisatie (met gekleurde bolletjes) en de rekensom. Op de achterkant staat de uitkomst van één van de sommen, maar nooit van de rekensom op hetzelfde kaartje!
Toverstapels kun je zo spelen:
- De leerling legt de 13 kaarten van één serie voor zich met de uitkomsten naar boven. (elke serie heeft een eigen kleur, alle kaartjes een eigen volgnummer)
- Hij pakt 1 kaart, draait deze om en lost de som op: zoek tussen de overige kaarten de juiste oplossing.
- Het antwoord kan gecontroleerd worden a.d.h.v. de visualisatie van de som.
- Vervolgens draait de leerling kaart 2 om en zoekt tussen de oefenkaarten weer naar de kaart met de juiste uitkomst.
- Het spel is afgelopen als de stapel helemaal is opgelost! Het 'magische' van Toverstapels zit bij de 13e kaart: het antwoord van die kaart staat (als het goed is) op de achterkant van kaart 1. Is dit antwoord fout dan begin je overnieuw omdat er ergens een fout is gemaakt. Antwoord goed: je bent een tovenaar!
Verkrijgbaar zijn:
- Optellen en aftrekken tot 20 (start): eenvoudige opdrachten tot 20
- Optellen en aftrekken tot 20 (moeilijk): oefen moeilijke sommen tot 20
- Optellen en aftrekken tot 20 (pittig)