Je winkelwagen is momenteel leeg
Smartcar 5x5 is een denkspel en een speelgoedauto.
Daag je kinderen uit om een auto te bouwen met 5 verschillende blokken in dit unieke denkspel! Smartcar 5x5 bevat een auto en 5 kleurrijke houten blokken.
De 96 opdrachten los je op door de blokken aan de hand van de tips op de juiste manier in de auto te plaatsen.
Wanneer kun je Smartcar gebruiken om de executieve functies te oefenen?
Volgehouden aandacht is de vaardigheid om aandacht te blijven schenken aan een situatie of taak, ondanks afleiding, vermoeidheid of verveling.
Een voorbeeld voor een jong kind is een karweitje van vijf minuten voltooien, onder enig toezicht. Een tiener kan met korte pauzes een tot twee uur vol aandacht aan zijn huiswerkopdrachten werken. De aandacht op iets richten betekent eigenlijk dat je om kunt gaan met prikkels én dat je de prikkels kunt reguleren naar belangrijkheid. Dus eerst wordt de aandacht gericht op de meest relevante prikkel. Zeker bij saaie taken is het zeer moeilijk om de aandacht erbij te houden. Kinderen die dit moeilijk vinden herken je doordat ze snel zijn afgeleid, maar ook aan het afraffelen van het werk. Naarmate kinderen ouder worden, wordt meestal ook hun concentratieboog langer.
Realiseer hierbij wel dat jonge kinderen de concentratieboog vijf minuten kan zijn en bij oudere kinderen (pubers) een paar uur. Dit is iets dat dus wel geoefend moet worden.
Planning betreft de vaardigheid om een plan te maken om een doel te bereiken of een taak te voltooien. Het gaat er daarbij ook om dat het kind in staat is beslissingen te nemen over wat belangrijk en niet belangrijk is.
Planning is het vermogen om datgene te beheren wat nodig is voor huidige en toekomstige taken. Een jong kind kan onder enige begeleiding bedenken hoe het een conflict tussen leeftijdsgenootjes kan oplossen. Een tiener kan een plan opstellen om een vakantiebaan te krijgen. Of kan een plan voor vandaag kan maken, waarin het belangrijkste als eerst wordt uitgevoerd.
Doelgericht gedrag is het vermogen om een doel te formuleren, dat te realiseren en daarbij niet afgeleid of afgeschrikt te worden door tegengestelde belangen. Een kind uit groep 5 kan tot de pauze doorwerken aan een taak. Een tiener kan gedurende langere tijd geld verdienen en sparen om iets belangrijks te kopen.
Flexibiliteit is de vaardigheid om plannen te herzien als zich belemmeringen of tegenslagen voordoen, zich nieuwe informatie aandient of er fouten gemaakt worden. Het gaat daarbij om aanpassing aan veranderende omstandigheden. Een jong kind kan zich (meestal) zonder al te veel problemen aanpassen aan een verandering inplannen. Een tiener accepteert een alternatief, bijvoorbeeld een andere taak als de eerste keus niet mogelijk is.
Organisatie is het vermogen om systemen te ontwikkelen en te onderhouden om op de hoogte te blijven van informatie of benodigde materialen. Deze vaardigheid richt zich niet alleen maar activiteiten en verantwoordelijkheden, maar ook op gedachten en ideeën én gevoelens en emoties.
Een jong kind kan, na aansporing, speelgoed op de juiste plaats terugleggen. Een tiener kan benodigdheden voor een sport ordenen en lokaliseren.
Metacognitie is het vermogen om een stapje terug te doen om jezelf en de situatie te overzien, om te bekijken hoe je een probleem aanpakt. Het gaat daarbij om zelfmonitoring en zelfevaluatie (door je bijvoorbeeld af te vragen: 'Hoe breng ik het ervan af?' of 'Hoe heb ik het gedaan?').
Een jong kind kan zijn gedrag veranderen als reactie op de feedback van een volwassene. Een tiener kan zijn prestaties evalueren en deze verbeteren door anderen te observeren die meer ervaring hebben.
Deze informatie is overgenomen uit de handreiking Executieve Functies van de SLO, welke je hier kunt downloaden.
Items van productcarrousel